10 tips om een autotrip met kinderen te overleven

Auteur: Naomi

Dit artikel is gepubliceerd op: 6/01/2018

Hoe overleef je die lange autorit met kinderen? De vraag stellen is ‘m eigenlijk al beantwoorden. Urenlang in de auto met zeurende kinderen op de achterbank: de droomvakantie van iedere ouder verandert in de eerste uren al snel in een nachtmerrie. Maar kun je dit voorkomen? Mijn moeder wist als geen ander hoe!

Dvd? Nou nee

Vroeger hadden we geen dvd-speler in de auto. En toen we er een kregen verpestte het zonlicht het beeld. We keken naar een zwart scherm en hoorden alleen geluiden. Ik was toen inmiddels al een tiener. Nee, toen ik écht klein was, toen waren de autoreizen pas leuk!

Sowieso waren wij gemakkelijke kinderen, dat kan ik nu wel zeggen. We vermaakten ons prima en we waren die reizen wel gewend. Er werd ook geen drama van gemaakt. En hoe erg mijn moeder er misschien ook tegen opzag, ze deed altijd enthousiast over de reis. Want ze wist dat als wij drama en stress mee zouden krijgen, dan gingen we dat natuurlijk ook uitdragen.

10 tips van de koningin van het autoreizen

Mijn moeder was de koningin van het autoreizen. De voorbereidingen die zij trof waren geweldig. Daar kan ik nog wel een puntje aan zuigen. En jullie misschien ook! Vooral als je kids de filmpjes zat zijn. Dus vooruit, hier zijn ze dan: de tips van oma!

1. Drinken in de auto

Dit klinkt misschien logisch. Je komt aan op een overvolle parkeerplaats in Frankrijk – en ben je met de caravan, dan sta je ook nog eens tussen de stinkende vrachtwagens – en dan wil je natuurlijk dat je kinderen eerst wat drinken en dan plassen. Maar ieder weldenkend persoon weet dat als je net gedronken hebt, je nog niet hóeft te plassen. Dus als je om de twee uur stopt, geef je kind dan een uur voor de volgende stop een pakje drinken. Dan weet je zeker dat je kind wél moet plassen. En op de parkeerplaats geef je het wat te eten: zo is je kindje om het uur zoet met wat lekkers.

2. De ANWB-kinderkaart

Waarom maken we van de autoreis niet iets leerzaams, heeft mijn moeder vast en zeker gedacht. Als je kinderen wat ouder zijn koop dan de ANWB-kinderkaart. Dat is een routekaart speciaal voor kinderen. Mijn moeder gaf vooraf met een marker de route aan die we gingen rijden. Ik staarde uren uit het raam om naar de borden langs de weg te kijken. Kon ik al een plaatsnaam herkennen? En waar zie ik die op de kaart staan? Waar zitten we nu? Ik leerde in een mum van tijd kaartlezen en kreeg meteen de nodige kennis van topografie.

3. ANWB-reisboek voor kinderen

Even tussendoor. De ANWB heeft de meest geweldige spullen voor kinderen. Wist je dat je aan het kenteken van Franse auto’s kunt zien uit welk departement die komt? Er staat een nummertje op dat hoort bij het departement waar de inzittenden wonen. Ik wist dat al toen ik 8 was! Er zat een minilandkaart in het reisboekje van de ANWB. Uren hebben we naar kentekens gekeken, op de landkaart opgezocht en genoteerd hoeveel we er gezien hadden. Na twee dagen reizen wist ik de nummers zo ongeveer uit m’n hoofd. Daarnaast waren er nog veel meer puzzels die betrekking hadden op het vakantieland.

4. Een dienblad

Oké je zult nu wel denken: een dienblad? Wat moet je daar nou mee op reis? Nou dat zal ik je laten zien. Mijn moeder kwam op een dag met twee dienbladen aanzetten van kunststof. We konden er van alles mee. Drinken in bewaren. Knutselen, schrijven, spulletjes opbergen, puzzels maken, tekenen. We zetten ze over onze schoot en voilà: we hadden onze eigen tafel in de auto! Ik zei het je toch! Mijn moeder is de koningin van het autoreizen. En het mooie is: zij had geen omkijken naar ons!

5. De stop!

Goed, het laatste dat je wilt is dat je kinderen gaan zeuren. Tijdens de tussenstops komt dat vaak voor. Je kinderen willen de speeltuin niet meer uit, ze lusten niets in het wegrestaurant. Maar goed, jijzelf waarschijnlijk eigenlijk ook niet, want de kwaliteit van het voedsel in die aires is vaak bar slecht en al drie weken geleden bereid. Mijn moeder nam daarom zelf haar eten mee. Pannenkoeken zijn ook koud heerlijk. Of een koude pastasalade. In ieder geval geen gezeur onderweg over het eten. Je maakt het de dag ervoor klaar, voor ieder kind wat het lust desnoods. Die strijd om het eten stellen we wel even uit tot de eindbestemming. De kinderspeeltuin vermijden we. Kinderen vermaken zich ook op het grasveld en kunnen daar lekker rennen. En terug de auto in is een stuk makkelijker dan wanneer ze in de speeltuin zitten. Soms heb je het idee dat ze het liefst de hele vakantie op de parkeerplaats willen blijven.

6. Muziek

Wat je liever niet wilt is de hele tocht K3 door de spiekers! Mijn ouders gaven ons daarom een mp3-speler met daarop onze eigen muziek. Daar konden we dan mooi naar luisteren en mijn ouders luisteren naar hun eigen muziek in de auto. Dat was gewoon de regel. Geen gezeur, jouw muziek staat op de walkman, discman of mp3 speler. Niet dat mijn ouders dan geen last hadden van kindermuziek. Mijn zusje zong alle liedjes van Kinderen voor Kinderen keihard mee: Hellup, hellup, ik krijg tieten!

7. De eindbestemming

Ik weet niet of anderen dat ook deden, maar wij als kinderen mochten de camping oprijden. Nou ja, op schoot bij papa. Iets waar we enorm naar uitkeken. Hoe sneller we in de auto waren, des te meer we opschoten en hoe sneller we de camping op mochten rijden.

8. De wedstrijd

Lange stukken tolwegen zijn saai. Grote kans dus dat je iedere keer dezelfde auto’s inhaalt en zij jou. Pik een willekeurige auto uit. Passeer hem drie keer en zeg tegen je kinderen dat zij ook naar de bestemming gaan. Zo maak je er een wedstrijd van. En sta je dan toch in die speeltuin op de parkeerplaats, omdat je kinderen niet terug de auto in willen. Dan roep je gewoon: hee ik zag die auto net voorbijrijden. Ze gaan van ons winnen! Je wilt niet weten hoe snel ze in de auto zitten.

9. Wagenziek

Mijn zusje was altijd wagenziek. Ook al zat ze voorin, niets leek te helpen. En ik zat na drie uur al in de overgeefdampen van mijn zusje. Een fijne geur die de hele vakantie in de bloedhete auto bleef hangen. Geen pretje voor haar, maar zeker ook niet voor ons. De zakjes waren niet aan te slepen en soms ging het er weleens naast. Tot mijn moeder naar de dokter stapte. Die kwam met pleisters voor achter je oren. EIgenlijk mag je die pas vanaf een jaar of 18, maar de dokter rekende wat met haar gewicht en zo begonnen we met 1/3 pleister. Niets geen tabletten meer, want die werkten toch niet. Met de pleisters was alle ellende over. Geen greintje misselijkheid meer. Zo kleurden we er beiden weer lustig op los.

10. De handdoek

In de hitte door Frankrijk rijden is vooral voor kinderen niet altijd even fijn. Neem daarom een handdoek mee. Raam open, handdoek ertussen en raam weer dicht. Zo hebben ze geen last meer van de irritante zon op hun beeldscherm en kunnen ze ongestoord filmpjes kijken. Wil je naar buiten kijken? De handdoek zit alleen van boven vast dus even optillen en ze kunnen naar buiten kijken. Lekker kussentje tegen het raam en ze slapen ook nog eens heerlijk. En nog een voordeel: op de parkeerplaats zien ze de speeltuintjes ook niet!

Kortom onze lange reizen, die vaak twee dagen duurden, waren leuk en gezellig en zonder ruzie! We vermaakten ons prima. Mijn vader kon rustig rijden, mijn moeder las de kaart. En ieder half uur keek ze eens een keertje achterom. Als dat geen perfect begin van een droomvakantie is…?!

Vakantie met kinderen

Deze blogs al gelezen?

Volg ons ook!