IJsland met kinderen: déze 3 hotspots deed Patricia aan

Auteur: Patricia

Dit artikel is gepubliceerd op: 30/03/2018

Als reisagent heb je het geluk dat je zo af en toe een leuke aanbieding krijgt om een bestemming uit te proberen of te promoten. Zo kreeg ik vanwege het jubileum van Icelandair een aanbod om met 2 personen tegen gereduceerd tarief naar IJsland te gaan. En omdat Icelandair de kwaadste niet is, mocht ons zoontje Oscar van 2 ook mee tegen hetzelfde tarief.

We wilden graag een lang weekend weg, dus kozen we voor het paasweekend. Donderdag heen en op maandagochtend terug. Goed, de tickets waren dus geregeld; en meteen ook maar even een auto gehuurd met een kinderzitje erbij, wel zo makkelijk. Toen de rest nog. Ik ben me daarom meteen maar even in IJsland gaan verdiepen: we wilden die dagen natuurlijk veel zien, maar wel op een relaxte manier. Ik was immers 3 maanden zwanger van onze tweede zoon Jamie en ik voelde me nogal beroerd en vermoeid.

Tour de IJsland

Uiteindelijk besloten we daarom 3 plekken aan te doen: Reykjavik, de Golden Circle (nationaal park Thingvellir, de Strokkur geiser en de Gullfoss waterval) en de Blue Lagoon. Op zich een vrij standaard lijstje, maar ook in de winterperiode goed te doen. Je kunt op IJsland dan namelijk niet overal rijden vanwege de sneeuw.

We vlogen op een donderdagmiddag van Amsterdam naar Reykjavik Keflavik airport. De luchthaven ligt ten zuiden van Reykjavik op zo’n 40 kilometer rijden van de stad. Bij aankomst meteen maar de huurauto opgehaald en het kinderzitje geïnstalleerd. Ja dat moet je inderdaad zelf doen, want zo is het verhuurbedrijf niet aansprakelijk. Rond 6 uur kwamen we aan in het hotel, het Radisson Blu Saga hotel. Het ligt tegen de rand van de stad aan en heeft een van de mooiste uitzichtpunten over Reykjavik, én je kon er goed parkeren. Een prima plek voor de eerste nacht.

De kamer was heerlijk ruim en had een mooi uitzicht op de Hallgrimskirkja, de beroemde kerk van Reykjavik. Omdat we tegen etenstijd waren aangekomen, had Oscar er inmiddels wel genoeg van. Dus we besloten om maar wat in het hotel te eten. Een goeie keuze, want het eten was heerlijk! Oscar kreeg een kleurplaat en wat kleurtjes en omdat het niet zo druk was kon hij ook een beetje rondscharrelen.

Hop-on-and-do-not-hop-off

Toen wij er waren was het op IJsland -1 graden Celcius. Er stond een flinke wind en de gevoelstemperatuur was zelfs nog een stuk lager. Omdat het zo koud was besloten we Reykjavik te verkennen met de auto. Ik had een routekaart gepakt van de hop-on-hop-offbus met alle bezienswaardigheden en dus konden we mooi die route volgen. Zo hadden we op vrijdagochtend al heel Reykjavik gezien. Het leuke was dat we veel plaatsen herkenden van het programma Wie is de Mol?.

“Ik had een routekaart gepakt van de hop-on-hop-offbus met alle bezienswaardigheden en dus konden we mooi die route volgen.”

Als laatste zijn we langs de Hallgrimskirkja gereden. Daar zijn we toch maar even uitgestapt en ook in de toren van de kerk geweest. Wat een bijzondere kerk! Architectonisch echt schitterend, zo zie je ze nergens. Vanuit de toren – waar het overigens helemaal ijskoud is – had je wel een waanzinnig uitzicht over de stad. De kerk staat namelijk op een heuvel en is zelf ook nog eens heel hoog. Echt de moeite waard en zeker met kinderen leuk om naar de top te gaan. Het is meteen ook het hoogste kerkgebouw van IJsland.

Tijd voor wat historie

Daarna reden we naar het noordoosten om het nationaal park Thingvellir te bezoeken. Een historisch belangrijke plaats voor IJsland. In het jaar 930 werd daar namelijk ooit het allereerste parlement opgericht en in 1944 werd er de onafhankelijkheid van IJsland uitgeroepen. Wat deze plek ook zo speciaal maakt is dat hier de Amerikaanse en Euraziatische aardplaten langzaam uit elkaar drijven, zo’n 1 à 2 cm per jaar. Je kunt zelfs in de kloof duiken en snorkelen. Wij zijn er doorheen gelopen. Je begint bij het informatiecentrum waar je een schitterend uitzicht hebt en dan kun je zo naar beneden de kloof in.

Cha-la-la-letje

We vonden het wel weer even genoeg voor die dag. Dus gingen we op weg naar Hveragerdi, iets meer naar het zuiden. Daar verbleven we in een superleuk klein houten chaletje. In totaal waren er 8 huisjes, 4 kleine en 4 grotere. Op de veranda een hottub met uitzicht op de natuur, helemaal verscholen in alle rust. Het huisje had 2 kleine slaapkamers, een huiskamer en een keuken. Van alle gemakken voorzien en superknus en gezellig. Ook Oscar had het meteen naar zijn zin. Hij had een heel stapelbed tot zijn beschikking en kon dus lekker zijn gang gaan.

We zijn elke avond uit eten gegaan. Het apartste restaurant was er een waar ze aan earth cooking doen. De aardwarmte is in die regio heel sterk, dus ook goed om bijvoorbeeld op te koken. Op IJsland vind je qua eten veel Amerikaanse invloeden zoals hamburgers en spareribs, maar ook veel paardenvlees. Je ziet dan ook overal paarden lopen.

Koud, koud, koud, heet!

Op dag 3 stonden de Strokkur geiser en de Gullfoss waterval op het programma. Ze liggen mooi op de route en vanaf ons huisje was het maar een uurtje rijden. De Strokkur geiser was wel indrukwekkend hoor, het water spuit echt meters de hoogte in. Er is ook een bezoekerscentrum waar je wat kunt eten. Goedkoop is het niet, voor een gewone hamburger zonder iets erbij betaal je al snel 7 euro. Daarna hop door naar de Gullfoss waterval. Het was er erg winderig en met het water erbij was het ijs- en ijskoud. We renden dus uit de auto naar de waterval en snel weer de auto in. Voor Oscar was het echt te koud. Hij riep alleen maar: “Mama! KOUD!! Daar hebben we trouwens ook een foto voor op Facebook gemaakt dat Oscar er een broertje bij zou krijgen. Bijzonder aan de waterval is dat het water in 2 trappen naar beneden valt, die min of meer haaks op elkaar staan.

Dag 3 liep ten einde, dus weer lekker naar het huisje om ons op te warmen in de hottub, buiten -1 en in de hottub 40 graden. Heeeeerlijk, echt genieten. Zo kom je helemaal tot rust. En Oscar was er helemaal niet uit te krijgen.

Het voelde (écht) als een warm bad

De laatste dag gingen we naar de bekende Blue Lagoon. Ik had het Geo Hotel geboekt, op 10 minuten afstand van het geothermisch verwarmde ‘bad’. Omdat we de volgende dag al vroeg zouden vliegen vonden we het makkelijker de auto de dag van tevoren in te leveren. Dan hoefden we dat in ieder geval niet midden in de nacht nog te doen. Iemand van het hotel bracht ons naar de Blue Lagoon. Ik had deze warme lagune expres op de laatste dag gepland, want hoe heerlijk is het om je laatste dag nog even relaxed door te brengen.

De Blue Lagoon is echt de moeite waard. Misschien wel wat commercieel, maar daar heb ik persoonlijk geen last van gehad. Het is best groot en niet zo heel druk, en het water is héét, rond de 40 graden! Wij hebben er zo’n 4 à 5 uurtjes doorgebracht. Oscar vond het ook heerlijk. Die avond hebben we in een restaurant gegeten dat naast het hotel lag. We moesten al rond 4 uur naar de luchthaven, maar zelfs op dat tijdstip hadden ze een ontbijt voor ons klaar staan. Een hotel met een super service dus!

De reis op IJsland was super, maar voor één ding moeten we echt nog een keer terug: het noorderlicht. Helaas niet kunnen spotten, dus die blijft zolang nog even op mijn bucketlist staan.

Volg ons ook op:

Recente blogs: